Richard Doyle - Imperial 109

Utrecht/Antwerpen, Uitgeverij Het Spectrum, 1979. Gebonden met vastgeplakt en beschadigd omslag 22x14. 1e druk. 458 blz. Vertaald uit het Engels door Thomas W. Ferguson en Jan van Rijn. Het is aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. IMPERIAL 109, een van de meest luxueuze vliegboten ooit gebouwd, is van Durban via Cairo en Londen op weg naar New York. Aan boord: een twaalftal passagiers en een lading van vierhonderdenveertig goudstaven. Gezagvoerder O'Neill en zijn bemanning krijgen tijdens de vlucht niet alleen te kampen met de elementen, maar tobben ook nog met allerlei persoonlijke problemen. In minstens even moeilijke omstandigheden verkeert het merendeel van de passagiers: de louche wapenfinancier; de Italiaanse edelman en zijn bekoorlijke vrouw, wier liefde voor een woestijnprins ieders leven aan boord in gevaar brengt; een tweetal Duitse joden dat op de vlucht is voor de Gestapo, omdat zij ongewild kennis dragen van een politiek schandaal; en de man die zich ten koste wat het kost wil meester maken van de lading goud, zelfs al betekent dat de vernietiging van de vliegboot en alle inzittenden..