ISBN: 9781324086345
Bekijk boek
Het boek Ober, Er Zit Natuurkunde In Mijn Soep - Midprice van de auteur Helen Czerski is 1 maal gevonden, 0 maal nieuw en 1 maal tweedehands. "Ober, Er Zit Natuurkunde In Mijn Soep - Midprice" is tweedehands te koop vanaf € 42,00 bij Bol.com.
![]() |
Aanbieder
Bol.com |
ISBN
9789492493880
Soort boek
Paperback <p> We leven op de rand, op de grens tussen de planeet aarde en de rest van het universum. In een onbewolkte nacht kunnen we de talloze heldere sterren bewonderen, die onveranderlijk en trouw aan de hemel staan, bakens die uniek zijn voor onze plaats in het heelal. Alle menselijke beschavingen hebben de sterren gezien, maar niemand heeft ze aangeraakt. Ons huis hier op aarde is het tegenovergestelde: rommelig, veranderlijk, bruisend van nieuwigheid en vol dingen die we elke dag aanraken en beetpakken. Hier moet je zijn als je wil weten wat het geheim van het universum is. In de fysische wereld vind je een verrassende vari?teit, die ontstaat doordat dezelfde principes en dezelfde atomen op allerlei manieren worden gecombineerd, met talloze resultaten als gevolg. Maar die diversiteit is niet willekeurig. Onze wereld zit vol patronen. </p> <p> Als je melk in je koffie schenkt en die een keer snel omroert, zul je zien dat er een draaikolk ontstaat, een spiraal van twee vloeistoffen die om elkaar heen draaien, maar elkaar nauwelijks raken. Die spiraal in je koffiekopje verdwijnt al na een paar seconden, als de twee vloeistoffen volledig met elkaar zijn vermengd. </p> <p> Maar in die paar seconden wordt duidelijk dat vloeistoffen niet meteen in elkaar vloeien, maar zich in prachtige wervelende patronen met elkaar vermengen. Dit patroon kun je ook elders zien, om dezelfde reden. Als je uit de ruimte op de aarde neerkijkt, zie je vaak vergelijkbare draaikolken in de wolken. Die wervelingen ontstaan doordat warme en koude lucht om elkaar heen walsen en zich niet direct met elkaar vermengen. Hier, in West-Europa, ? komen ze regelmatig vanuit het westen over de Atlantische Oce, aan aanzetten en zijn ze de oorzaak van ons notoir wisselvallige | weer. De wervelingen ontstaan op de grens tussen koude poollucht ? in het noorden en warme tropische lucht in het zuiden. De koele E en de warme lucht zitten elkaar achterna in cirkels, en je kunt het E patroon duidelijk zien op satellietbeelden. We kennen deze draainj kolken als depressies of cyclonen, en we krijgen te maken met een _ snelle afwisseling tussen wind, regen en zonneschijn wanneer de n armen van de spiraal passeren. - Een ronddraaiende storing heeft op het eerste gezicht weinig n gemeen met een omgeroerd kopje koffie, maar het is niet alleen toeval dat de patronen zoveel op elkaar lijken. Die gelijkenis wijst op iets fundamentelers. Achter beide patronen zit een systemati? sche basis voor al dit soort formaties, een basis die is ontdekt, onderzocht en getest in nauwgezette experimenten, uitgevoerd door verschillende generaties. Dat ontdekkingsproces is wetenschap: het voortdurend verfijnen en testen van onze kennis, naast het ? zoeken, waarbij weer andere dingen aan het licht komen die we nog niet begrijpen. Soms is een patroon op een andere plaats makkelijk te her: kennen. Maar soms zit het verband iets dieper verstopt, zodat het des te bevredigender is als het uiteindelijk duidelijk wordt. Je verwacht bijvoorbeeld niet dat schorpioenen en fietsers veel met elkaar gemeen hebben. Maar ze maken allebei gebruik van hetzelfde fysische verschijnsel om te overleven, zij het op de tegenovergestelde manier. In de Noord-Amerikaanse woestijn zijn de nachten zonder maan koud en stil, Alleen het zachte licht van de sterren valt op de grond, en je kunt je haast. niet voorstellen dat je er iets kunt vinden. Maar uitgerust met een speciale zaklantaarn kun je in die duisternis op zoek gaan naar iets heel bijzonders. Je hebt een zaklantaarn nodig die ultraviolet licht geeft, licht dat wij mengen niet kunnen zien. Als de lichtstraal over de grond schijnt, kun je niet precies zeggen waar hij op gericht is omdat hij onzichtbaar is. Dan licht er iets op en verschijnt er in de duisternis van de woestijn een opgeschrikte, wegvluchtende, griezelige, helder blauwgroene flard. Dat is een schorpioen. </p> <p> Zo gaan liefhebbers op zoek naar schorpioenen. De zwarte arachniden hebben pigmenten in hun exoskelet die het voor mensen onzichtbare ultraviolet licht opnemen en zichtbaar licht teruggeven. Het is een bijzonder slimme truc, hoewel je er waarschijnlijk minder van gecharmeerd zult zijn als je bang bent van schorpioenen. Deze lichttruc wordt ?fluorescentie? genoemd. Men </p> <p> 12 neemt aan dat de blauwgroene gloed van de schorpioen een evolutionaire aanpassing is waardoor het dier in de schemering de beste schuilplaatsen kan vinden. Ultraviolet licht is er altijd, maar in de schemering, als de zon net achter de horizon is gezakt, is het zichtbare licht grotendeels verdwenen en blijft alleen het ultraviolette licht over. Zolang de schorpioen onder de blote hemel is, zal hij in de schemering dus licht uitstralen en valt hij op omdat er verder vrijwel geen blauw en groen licht is. Als er maar een stukje van zijn lijf uit zijn schuilplaats steekt, neemt hij zijn eigen gloed waar en weet hij dat hij zich beter moet verstoppen. Het is een elegant en effectief signaleringssysteem ? althans dat was het totdat er mensen kwamen met ultraviolette zaklantaarns. </p> <p> Gelukkig voor de arachnofoben onder ons hoef je niet in een woestijn met schorpioenen te zijn om fluorescentie te zien. Je kunt het verschijnsel ook waarnemen op een druilerige ochtend in de stad. Kijk maar eens naar veiligheidsbewuste fietsers: hun jassen steken ongewoon fel af bij de omgeving. Het lijkt of ze licht geven, en dat doen ze ook. Op bewolkte dagen houden de wolken het zichtbare licht tegen, maar er komt nog een heleboel ultraviolet lieht doorheen. De pigmenten in de jassen nemen het ultraviolette heht op en geven zichtbaar lieht terug. Het is exact dezelfde truc als die van de schorpioenen, maar met het tegenovergestelde doel. De fietsers wallen juist lieht uitstralen, want daardoor vallen ze meer op en lopen ze minder gevaar. Deze vorm van fluorescentie krijgen we gratis en voor niets: we zijn ons niet bewust van het ultraviolette licht, dus schieten we er niets bij in als het wordt omgezet in iets wat we kunnen gebruiken. </p> <p> Dat er zoiets als fluorescentie bestaat, is op zich al fascinerend, maar het mooiste vind ik dat zo?n fysisch juweeltje niet enkel een interessant gegeven is; het is een hulpmiddel dat je altijd bij de hand hebt. Het kan overal van pas komen. Dit fysische verschijnsel helpt zowel de schorpioen als de fietser om te overleven. Het zorgt er ook voor dat tonic licht geeft onder ultraviolet licht, omdat de kinine in tonic fluorescerend is. En het is het geheim achter het wonder van witmakers in wasmiddelen en van markeerstiften. Houd dat in gedachten als je weer eens een gemarkeerde alinea ziet: de inkt van de markeerstift doet ook dienst als detector van ultraviolet licht; je ziet het ultraviolette licht niet, maar je weet dat het er is omdat de inkt oplicht. </p> <p> Ik ben natuurkunde gaan studeren omdat de natuurkunde dingen verklaarde die mij interesseerden en de mechanismen van de wereld voor me blootlegde. Maar het mooiste vond ik dat ik de kans kreeg zelf een paar van die mechanismen uit te puzzelen. Hoewel ik nu fysicus van beroep ben, had ik voor veel van mijn ontdekkingen geen laboratorium, ingewikkelde computerprogramma?s of kostbare experimenten nodig. De meeste voldoening schonken ontdekkingen die ik deed als ik zomaar ergens mee speelde en eigenlijk geen wetenschap aan het bedrijven was. Met een beetje basale kennis van de natuurkunde verandert de wereld in een kist vol speelgoed. </p> <p> </p> <p> Wetenschapper en tv-presentator Helen Czerski legt de mooiste idee?n uit de natuurkunde uit aan de hand van alledaagse voorbeelden. </p> <p> Met humor en aanstekelijke nieuwsgierigheid laat Czerski zien hoe vertrouwde zaken als koffievlekken en ketchupflessen een licht kunnen werpen op valwinden, medische tests en onze energiebehoefte in de toekomst. </p> <p> Want juist in de dingen waar we normaal gesproken niet over nadenken zitten de principes verstopt die verklaren hoe het menselijk lichaam, de wereld en zelfs de wetten van het universum werken. Als je eenmaal weet welk natuurkundig principe betrokken is bij een ei koken of een magneet op de koelkast plakken, zullen de stukjes van een veel grotere puzzel op hun plek vallen. </p> <p> .Dit prachtig geschreven en toegankelijke boek maakt dat je zelf overal natuurkunde in herkent, je nooit meer om een goed verhaal verlegen zit ?n je eindelijk te weten komt waarom eenden nooit last van koude voeten hebben.? </p> <p> ?Fantastisch boek. Het ideale cadeau voor iedereen die nieuwsgierig is.? </p> <p> THE WALL STREET JOURNAL </p> <p> Actueel en noodzakelijk.? PN SCIENGE </p> <p> Een zeer aantrekkelijk, onmisbaar standaardwerk.? THE GUARDIAN </p> <p> Helen Gzerski is bubbelfysicus (jawel, het bestaat): ze bestudeert luchtbellen om hun effect op het weer en het klimaat beter te ? begrijpen. Ze is docent aan University College Londen, schrijft voor The Guardian ?n presenteert daarnaast BBC-programma?s over de atmosfeer, de oceaan en natuurkunde. </p>
|
Prijs
€ 42,00 |
Bekijk boek |