ISBN: 9789068685817
Bekijk boek
Het boek Plandocumentatie Kleine Openbare Gebouwen van de auteur Dam, Sien Van (e.A.) is 1 maal gevonden, 0 maal nieuw en 1 maal tweedehands. "Plandocumentatie Kleine Openbare Gebouwen" is tweedehands te koop vanaf € 17,98 bij Bol.com.
![]() |
Aanbieder
Bol.com |
ISBN
9780123459
Soort boek
Paperback <p>17.98</p> <p> </p> <p>Voorwoord Hoe leer je een gebouw kennen?</p> <p> </p> <p>Volgens een legende uit India komt een groep blinden een olifant tegen. De eerste voelt de slurf en deinst terug: hij is bang voor deze slang. De tweede botst tegen het been en vindt het een boomstam De derde ziet de tanden aan voor zwaarden. De vierde vindt de staart net een bezem. De oren, went nog een blinde, zijn waaiers, terwijl het lijf volgens de laatste niets anders kan zijn dan een stevige maur</p> <p> </p> <p>Wie heeft gelijk? Waarom is het zo moeilijk om de olifant als gehele olifant te leren kennen!</p> <p> </p> <p>Hoe leren wij een gebouw kennen! We kunnen daar heen gaan: een keer, drie keer, twaalf keer. Maar als het gebouw niet in de buurt ligt, wat dan! We kunnen het gebouw ontmoeten, interpreteren en doorgronden als we het gebouw tekenen.</p> <p> </p> <p>We tekenen niet om te bewijzen dat we goed kunnen tekenen. We tekenen om beter te kunnen zien,</p> <p> </p> <p>om dieper te kunnen beleven, om sterker in het wezen van het gebouw in te leven. Wat tekenen wij? Tekenen wij de draagstructuur van het gebouw? De lichtinval? De textuur van de gevels, van buiten en van binnen? De configuratie of het plan van de verschillende ruimten in plattegrond! Al deze tekeningen zijn aspecten van het gebouw maar nooit het hele gebouw, nooit onze hele beleving van het gebouw. We lopen het risico dat we de poot of de slurf van een olifant tekenen terwijl we het hele beest uit het oog verliezen. Het oog neemt natuurlijk niet alleen het fysieke waar. We zien letterlijk wat we zien in de buitenwereld.</p> <p> </p> <p>We zien tegelijkertijd onze beleving in onze binnenwereld. Het gebouw brengt in ons een beleving teweeg. Kunnen wij het gebouw in al zijn aspecten tekenen en daardoor zien! Waarom niet! Als we tekenen, kunnen wij steeds een andere benadering kiezen. We kunnen kijken door de bril</p> <p> </p> <p>van achtereenvolgens de fotograaf, de bouwvakker, de architect en de bewoner. Onze manier van</p> <p> </p> <p>kijken bepaalt wat we zien en wat we tekenen. Hoe meer visies we als uitgangspunt nemen en hoe</p> <p> </p> <p>meer tekeningen we maken, hoe beter we het gebouw leren kennen. De fotograaf zal het zichtbare</p> <p> </p> <p>weergeven - letterlijk en fysiek: de gevels binnen en buiten. Vervolgens zal hij de ruimte binnen in</p> <p> </p> <p>het gebouw vastleggen, wellicht als centraal perspectief. Wat ziet hij echt? De bouwvakker tekent de structuur van wat de fotograaf ziet. Hij begint met de doorsnede. Wat rust op wat? Wat draagt wat? Hoe dik zijn de elementen die de ruimte begrenzen? Vervolgens tekent de bouwvakker schuine lijnen vanuit de doorsnede naar achteren toe. Zo ontdekt hij hoe de gevels, de vloer en het dak zijn opgebouwd,</p> <p> </p> <p>De architect tekent de plattegrond naast of onder de doorsnede op een en hetzelfde vel. In tekeningen van twee dimensies probeert hij de werking van het gebouw in drie dimensies weer te geven. En in de doorsnede kan hij de lichtinval weergeven en onderzoeken, kan hij ontdekken welke elementen andere elementen dragen, kan hij de ontmoetingen tussen de elementen zien en daardoor verder</p> <p> </p> <p>ontwerpen.</p> <p> </p> <p>De bewoner gaat minder van het fysieke gebouw uit dan van zijn directe beleving. Zijn beleving is eerder innerlijk en gevoelsmatig dan uiterlijk en omschrijvend. Wat tekent de bewoner, de gebruiker, de bewonderaar van het gebouw? Tekent hij wat hij beleeft! is dat het gebouw of zijn belevenis! De vragen alleen maken nieuwsgierig.</p> <p> </p> <p>Deze vier visies zijn net niet toereikend, willen wij een gebouw leren kennen. Er is dan ook een vijfde. Dat is de visie van de historicus. Als de historicus zijn vak goed kent, dan laat hij ons zien dat wij elkaar na-apen. We bouwen voort op wat onze collega's hebben ontworpen en gebouwd is.</p> <p> </p> <p>Hierdoor beperken wij soms de middelen die wij gebruiken in onze eigen ontwerpen. Als we vanuit het gezichtspunt van de historicus kijken, dan pas zien we het gebouw in perspectief-het historische en culturele perspectief. Dan kunnen we werkelijk creatieve vragen gaan stellen. Hadden wij een gebouw kunnen ontwerpen met dezelfde ruimtelijke configuratie, maar met totaal andere gebouwde grenzen rondom! Zou een gegeven plattegrond meerdere doorsneden tot stand kunnen brengen! Als we zelf de architecten waren van het gebouw dat we hebben leren kennen, zouden we dan andere gevels of daken willen bouwen dan die er nu gemaakt zijn? Heeft het gebouw dat er nu staat het laatste woord? Of kunnen wij het gebouw nog mooier maken, nog sterker, nog levendiger!</p> <p> </p> <p>Vanuit een wisselend perspectief, met steeds een geslepen potlood in de hand en met de sleutel die de kamer van onze beleving ontgrendelt, kunnen wij een gebouw leren kannen. Al doende kunnen wij ook onszelf beter leren kennen als ontwerpers en bouwers Wat hebben wij daarbij te verliezen!</p> <p> </p> <p>Door Jaap Dawson</p> <p> </p> <p>5</p>
|
Prijs
€ 17,98 |
Bekijk boek |