> > > > > welzijnsbeleid-in-de-lokale-samenleving

Van Der Pennen - Welzijnsbeleid In De Lokale Samenleving

Het boek Welzijnsbeleid In De Lokale Samenleving van de auteur Van Der Pennen is 1 maal gevonden, 0 maal nieuw en 1 maal tweedehands. "Welzijnsbeleid In De Lokale Samenleving" is tweedehands te koop vanaf € 54,00 bij Bol.com.

Tweedehands (1) vanaf € 54,00 bij Bol.com Toon 1 tweedehands boek
Bent u de schrijver van dit boek of weet u iets over deze auteur?

Omero.nl is druk bezig om informatie over auteurs toe te voegen. Neem contact met ons op via support@omero.nl om een auteursprofiel aan te maken met een foto, biografie, website adres en sociale media links.
Tweedehands
We hebben 1 tweedehands advertentie gevonden
Aanbieder
Bol.com
ISBN
9789052509068
   
Soort boek
Paperback


<p> </p> <p>Welzijnsbeleid </p> <p>in de lokale samenleving </p> <p>Sinds 1988 onderzoekt het Sociaal en Cultureel Planbureau in opdracht van het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Sport de ontwikkelingen in het welzijnsbeleid van de provinciale en lokale overheden. Over de resultaten van dit onderzoek wordt periodiek gerapporteerd, hetzij in afzonderlijke publikaties van het Bureau, hetzij in de jaarlijkse Sociale en Culturele Verkenningen. </p> <p>Dit cahier bevat de resultaten van een verkennend onderzoek naar het lokale welzijnsbeleid uitgevoerd in drie middelgrote gemeenten: Tilburg, Leiden en Zaanstad. In vijf deelstudies wordt de bijdrage beschreven van de lokale overheden en de diverse welzijnsinstellingen aan het lokale welzijnsbeleid. Aan de orde komen de visies van de betrokken overheden en instellingen, hoe zij hun doelstellingen trachten te realiseren, hoe onderling wordt samengewerkt en wat hun oordeel is over de resultaten van het beleid. Het gaat in het bijzonder om het beleid ten aanzien van leefbaarheid en voor de doelgroepen ouderen, gehandicapten en allochtonen. Op grond van de bevindingen worden de perspectieven van het gedecentraliseerd welzijnsbeleid verkend. Met deze publikatie is de basis gelegd voor een uitgebreid beleidsmonitoringsysteem. </p> <p> </p> <p> </p> <p>In 1988 is het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in opdracht van het ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (WVC) (thans het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)) gestart met onderzoek naar de uitvoering van de Welzijnswet. De Welzijnswet vormt het sluitstuk van het bestuurlijke en financiële decentralisatieproces - op het terrein van welzijn in brede zin - dat in de jaren tachtig zijn beslag kreeg. Sindsdien beschikken gemeenten over een grote beleidsvrijheid ten aanzien van het oplossen van de lokale welzijnsproblematiek, al bestaat er wel een zekere afhankelijkheid ten opzichte van andere (particuliere) actoren in het welzijnsveld. Vanuit de centrale overheid worden geen expliciete doelstellingen geformuleerd en opgelegd aan lagere overheden. De centrale overheid heeft zichzelf vooral een coördinerende en innoverende rol toebedeeld. Acties vanuit de centrale overheid hebben de vorm van overleg, samenwerking en medefinanciering, en het aandragen van ideeën en kennis (mede op basis van onderzoek). Van belang in deze situatie is wederzijdse uitwisseling van (onderzoeks)informatie. De onderzoeksopdracht is gerelateerd aan een van de huidige kerntaken van het ministerie: “… het op gestructureerde wijze analyseren, signaleren en politiek bespreekbaar maken van de autonome ontwikkelingen in de samenleving en van de (cumulatieve) effecten van het brede sociaal en cultureel beleid op de sociale structuur en sociale samenhang van de Nederlandse samenleving.” (WVC 1991). Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) beoogt met het onderzoek een bijdrage te leveren aan deze algemene taakstelling. Tot en met 1993 zijn diverse afzonderlijke onderzoeksrapportages verzorgd. In 1994 is het initiatief genomen om tot een meer integrale studie naar het lokale welzijnsbeleid te komen. De eerste aanzet voor deze integrale studie bestond uit het ontwikkelen van een onderzoekskader (SCP 1993). Hierbij is de volgende probleemstelling geformuleerd, die richting aan het onderzoek geeft: “Hoe wordt vorm en inhoud gegeven aan het lokale welzijnsbeleid zoals dat tot stand komt in het samenspel tussen gemeente en particuliere instellingen: welke probleempercepties en beleidsdoelstellingen liggen aan dit beleid ten grondslag en welke maatregelen worden getroffen om de aanwezige lokale (welzijns)problematiek aan te pakken?” Vervolgens is een pilot-studie verricht, waarover in dit rapport verslag wordt gedaan. Met deze pilot-studie is een eerste theoretische en empirische onderbouwing gegeven aan het ontwikkelde onderzoekskader. Verder had het als doel om meetinstrumenten te ontwikkelen, uit te testen en te vervolmaken. De verkennende studie is in de drie gemeenten Tilburg, Leiden en Zaanstad uitgevoerd. 9 </p> <p> </p> <p>Op basis van de inzichten uit de pilot-studie wordt in een volgende fase een beleidsmonitoringsysteem opgezet en ingevuld. Hiertoe zal het onderzoek worden uitgebreid naar dertig gemeenten. </p> <p>Benadrukt moet worden dat het hier om een verkennende studie gaat. Dat betekent dat de beschrijvingen van het lokale welzijnsbeleid slechts betrekking hebben op drie gemeenten: het geeft een beeld hoe zij hun beleid om hardnekkige maatschappelijke problemen aan te pakken inhoud geven. De conclusies die getrokken worden, hebben dan ook alleen betrekking op datgene wat aangetroffen is in de onderzoeksgemeenten. Wel kan verondersteld worden dat het indicaties zijn voor het welzijnsbeleid in andere gemeenten. Ook daar worstelt men met problemen als werkloosheid, maatschappelijk isolement, afbrokkelende leefbaarheid, waar getracht wordt vanuit het welzijnsbeleid oplossingen voor te vinden; ook daar is een lokale overheid afhankelijk van particuliere instellingen </p> <p>- ieder met hun eigen specifieke verantwoordelijkheden, visies en oplossingsstrategieën - om het welzijnsbeleid gestalte te geven; ook daar wordt getracht om nieuwe vormen van samenwerking te vinden om tot een integrale aanpak van de problemen te geraken. Hoe zich dergelijke processen voordoen in de drie onderzoeksgemeenten, wordt uitvoerig en gedetailleerd in dit rapport beschreven. Het rapport begint met een historische schets van het welzijnsbeleid (hoofdstuk 1). Hierin wordt tevens aandacht besteed aan de centrale begrippen van deze studie: welzijn en welzijnswerk. In deze schets is een aantal perioden onderscheiden waarin zich inhoudelijke veranderingen voordeden en waarin de contouren van het huidige welzijnsbeleid zich begonnen af te tekenen. De schets eindigt dan ook met een ideaal-typische beschrijving van het actuele welzijnsbeleid, waarbij de belangrijkste karakteristieken worden aangegeven, zoals een probleemgerichte en integrale beleidsaanpak. Deze historische schets dient als achtergrond voor het uitgevoerde onderzoek. Het als ideaal-typisch geformuleerde lokale welzijnsbeleid vormt een referentiekader voor het beleid zoals dat in de drie afzonderlijke gemeenten specifieke vorm en inhoud heeft gekregen. </p> <p>De theoretische onderbouwing van het onderzoekskader wordt in hoofdstuk 2 beschreven. Allereerst wordt ingegaan op de manier waarop in dit onderzoek naar beleid gekeken wordt en vervolgens welke theoretische consequenties dat heeft voor een studie naar beleidsontwikkelingen. Hiervoor is het beleidsnetwerkperspectief gehanteerd. Deze benadering gaat ervan uit dat beleid de resultante is van het handelen van verschillende van elkaar afhankelijke actoren, die zich rondom een beleidsprobleem groeperen. Dergelijke beleidsrelaties nemen tijdens het besluitvormingsen uitvoeringsproces verschillende vormen aan. Dit theoretische perspectief is geconcretiseerd in het onderzoeksmodel en in de onderzoeksvragen, die in hoofdstuk 3 worden gepresenteerd. Tevens komt in dat hoofdstuk de manier aan de orde waarop de uitvoering van het onderzoek is georganiseerd. Er zijn verschillende deelstudies verricht naar diverse aspecten var het lokale welzijnsbeleid. </p> <p> </p> <p> </p> <p> </p> <p> </p> <p> </p> <p> </p> <p> </p>
Prijs
€ 54,00
Bekijk boek