> > > > Yolanda Entius

Auteur Yolanda Entius



Yolanda Entius
Over Yolanda Entius
Ik ben geboren in december 1961. Van mijn eerste jaren weet ik niets meer. Ik zal in de box gezeten hebben, ik zal naar het Kaaps viooltje in de vensterbank gekeken hebben, ik zal mijn eerste woordjes hebben gezegd, mijn eerste zinnen. Ik sliep met mijn zusjes op één kamer. We speelden stoeprandje met een plastic bal, we elastiekten, we knikkerden. Mijn zus won altijd. Als haar knikkerzak te vol was, ging haar overschot naar mij, als lening, maar ik hoefde nooit terug te betalen.

Ik ging naar de kleuterschool, speelde Maria in het kerstspel, ik ging naar de lagere school. Ik was verliefd op mijn buurjongen, maar ik had verkering met een jongen uit mijn klas, Peter. Hij vroeg me mee naar zijn huis en ik durfde geen nee te zeggen. We gingen naar de dierenwinkel. Hij kocht hondenkoekjes en at ze op en hij vroeg of ik er ook een wilde. Toen durfde ik wel nee te zeggen. Bij hem thuis stonk het naar vet en honden. Zijn ouders hadden een patatzaak en toen ik weer thuis kwam maakten mijn zussen grapjes. Bij Peter doen ze alles in patatzakjes, riepen ze in koor, het geld, koffie, suiker, snoep, Brinta, alles. Ik vond dat zielig. Toen we naar Waddinxveen verhuisden vroeg Peter me ten huwelijk. Ik was zeven. Ik beloofde met hem te trouwen later, maar ik wist toen al dat ik die belofte niet na ging komen. Ik heb nooit meer iets van me laten horen. Jarenlang ben ik bang geweest dat hij me in Waddinxveen op zou komen zoeken om me aan mijn belofte te houden.

In Waddinxveen was ik bevriend met Linda, Jacqueline en Hans, en ik was verliefd op Günthe, Peter (een andere) en meester Malestijn, en ik had verkering (voor drie weken) met Walter. We friemelden. Van een klasgenootje had ik kunstrolschaatsen gekregen (met schoen, heel bijzonder in die tijd!) die haar te klein waren en met Hans gaf ik uitvoeringen op het plein. Ik kon pootje over en pootje over binnenstebuiten (zoals bij kunstschaatsen) en gevaarlijke sprongetjes. In de zandbak deed ik handstandoverslag en aan het stuur van mijn fiets bond ik een touw waardoor hij net een paard met teugels was. Ik blies papieren pijltjes door een pvc-buis, vocht met oudere jongens bij de flats, waarbij mijn middelste zus mij aanmoedigde. Samen met haar speelde ik in de bouw. We klommen in de halfaffe huizen en verzamelden oude peukjes die we aanstaken door er minutenlang een vergrootglas boven te houden. We reden op ons ‘paard’ naar de bakker in het winkelcentrum om snoep te pikken. Op school speelde ik Volendams meisje in een musical en bij het afscheid van meester Malestein schreef ik een lied voor hem op de wijs van Ik ben Gerrit en ik steel als de raven.

Vlak voor ik naar de middelbare school ging verhuisden we naar Stolwijk. Ik werd ik verliefd op Sjoerd, Kees, Hans (een andere), Gertus, weer op Hans (diezelfde). Dat heb ik jaren volgehouden. Ik had geen verkering. Ik was bevriend met Theo, Kees (dezelfde) en Hans (dezelfde) en met Ruth, Irene, Irma en Connie. Ik speelde de vrouw van Caligula in het toneelstuk van Camus (maar de voorstelling werd afgelast) en voor Van der Mey van geschiedenis schreef ik een scriptie over het kinderwetje van Van Houten. Ik vond het een goed stuk want het was me gelukt om heel vaardig mijn eigen woorden te gebruiken en mijn mening te onderbouwen. Ik kreeg een 8 of een 9. Ik denk dat Van der Mey ook vond dat kinderarbeid uit den boze was.

Ik ging geschiedenis studeren omdat Van der Mey de leukste leraar was, en omdat Hans (nog steeds dezelfde) had gezegd dat hij dat ook ging doen, en omdat ik dacht dat je de wereld kon verbeteren als je wist hoe zij zo geworden was. Op het Historisch Seminarium vonden we dat het tijd was voor herstory in plaats van history en we stencilden een krant die we Andere Tijden noemden. Ik maakte samenvattingen van de handboeken die ik uit mijn hoofd moest leren, maar ik versliep me voor tentamens. Ik wist niet wat ik wilde. Dat was heel gewoon in die tijd. Op de Zilverberg in Amsterdam Noord waar ik toen woonde, sprongen mensen soms uit wanhoop naar beneden, anderen namen de lift naar het café op de begane grond, weer anderen zochten een woning in de stad. Ik ook. Ik verhuisde naar de Sarphatistraat, en daarna kraakte ik met vier vriendinnen een pand op de Singel, waar ik voor het eerst van mijn leven thuis kwam.

Ik verruilde het HS voor de Toneelschool in Amsterdam en verliefde mij in anderen, maar verkeren deed ik niet. Ik leerde anderen te zijn. De vrouw van Macbeth, een van de negers van Genet, de vreemdeling van Camus, en Hilde Wangel uit Bouwmeester Sollness die droomt van hoge torens in het koninkrijk dat haar beloofd is.

In het vierde jaar speelde ik in Moderato Cantabile van Marguerite Duras. Annette Apon regisseerde en het was een mooie, maar nogal melancholieke voorstelling geworden, om niet te zeggen depressief. Op de avond voor de première, toen ik de laatste lamp in het grit hing zei Annette dat ze een komedie wilde maken. ‘Doe dat dan,’ riep ik. ‘Dat kan ik niet,’ zuchtte zij. ‘Dan doe ik het,’ riep ik. Twee weken later vroeg ze me hoe ver ik was. Niet, ik was nergens, ik had er niet eens meer aan gedacht. Maar toen ging ik voor de bijl. Ik schreef (samen met Annette) Krokodillen in Amsterdam. Vier jaar later draaide de film in de Movies en was ik filmstér en scenarioschrijver.

In de jaren erna maakte ik mijn eigen films. In het zweet uws aanschijns (een hele leuke film, die niemand heeft gezien), Laagland (nog zo`n film, door iets meer mensen gezien) en Wintergasten. Af en toe speelde ik, bij Koos Terpstra, Ernst Braches en Mugmetdegoudentand of ik ging Terug naar Stolwijk.

Het schrijven won het, zelfs al was het voor de la. Jarenlang werkte ik aan het scenario voor Op drift, dat later De Honden zou gaan heten en nog weer later, toen de film niet van de grond kwam een roman zou worden.

Een roman in ‘10 verhalen, 9 brieven, 1 noodkreet en 1 gedicht’ heette het in die eerste versie. De tweede versie, zonder noodkreet en gedicht, bleef bijna een jaar in de la van mijn toekomstig redacteur van Querido liggen. De titel beviel haar niet. Ze had associaties met Martin Gaus. En ook het blauwe HEMA-mapje waarin ik mijn honden bijeehield irriteerde haar. Maar toen ze het script in de zomer van 2004 dan eindelijk ter hand nam was het raak, en werd De Honden omgedoopt tot Rakelings. In april 2005 verscheen mijn debuut dat werd bekroond met de Selexyz Debuutprijs.

Met die verkering is het ook goed gekomen. In het voorjaar van 1991 werd ik gevonden bij de Ourthe in de Ardennen (of boven een oude jenever in een Amsterdams café, daarover verschillen de meningen).
Bron: http://www.yolandaentius.nl/Yol/index.html#biografie
Yolanda Entius heeft een resultaten op Youtube! Klik hier om naar Youtube te gaan.

Yolanda Entius heeft een Wikipedia pagina! Klik hier om naar Wikipedia te gaan.

Yolanda Entius - Wikipedia
Yolanda Entius heeft een IMDB profiel! Klik hier om naar IMDB te gaan.

Yolanda Entius heeft een eigen website! Klik om naar de website te gaan.

We hebben 9 boeken gevonden van de auteur Yolanda Entius


Hieronder vindt u een lijst met alle gevonden boeken van de auteur Yolanda Entius.
De meest gevonden boeken zijn Rakelings, Gelukkigen, Abdoel En Akil, P&m en Het Kabinet Van De Familie Staal.
Yolanda Entius
Rakelings

Bekijk boek

Nieuw (2)
vanaf € 16,95
Tweedehands (1)
Yolanda Entius
Gelukkigen

Bekijk boek

Tweedehands (2)
vanaf € 11,00

Nieuw (2)
vanaf € 19,00
Yolanda Entius
P&m

Bekijk boek

Tweedehands (1)
€ 35,00

Tweedehands (1)
€ 12,15

Nieuw (1)
€ 19,95
Yolanda Entius
Niet Ik

Bekijk boek

Nieuw (1)
€ 22,50

Nieuw (1)
€ 13,50